We laten Damgan achter ons en steken dwars door Bretagne op weg naar Normandië, terug naar Normandië. Willen we een overtocht per boot voorkomen of geen omweg van enkele honderden kilometers moeten rijden, ontkomen we er niet aan om een stuk door oranje gekleurd gebied te rijden.
Na een best wel lange en soms saaie rit komen we uit in Agon-Coutainville. Een toeristisch dorp aan de kust wat geen indruk op ons maakt. Voor ons een slaapplek op weg naar mooier. Dat was vooraf het idee en voor de verandering houden we ons eens aan het plan.
De volgende dag zijn we weer snel klaar – we wennen aan de routine – en verlaten de camperplaats. Voor de komende nacht hadden we een camping aan zee uitgezocht. De recensies waren goed en het uitzicht zou fenomenaal zijn. De afstand naar Vauville is kort en de route simpelweg mooi. Erg heuvelachtig – op en neer – en op momenten rijden we door dorpjes met smalle straten.
Aangekomen bij de camping zien we tot onze schrik dat de camping enkele dagen eerder gesloten is. Erg jammer! Als je een plekje aan het strand zou kunnen bemachtigen dan kijk je zo over zee; inderdaad een geweldige plek.
Op de naast de camping gelegen parkeerplaats hebben we een koffiebreak gehouden om toch, al is het maar kort, van de omgeving te kunnen genieten, hebben we wat rondgewandeld en merkten we dat de wind stevig was. Zeg maar een-landrot-storm.
Kort hebben we overwogen om te overnachten op de parkeerplaats, maar het bord bij de ingang was erg duidelijk: verboden te parkeren voor campers gedurende de nacht…
Na deze lichte teleurstelling moesten we via de app op zoek naar een alternatief. En vonden deze in de vorm van een vrije camperplaats – alleen enkele containers voor het afval – in Auderville. Ook hier waren de recensies laaiend over het uitzicht. Kortom op papier een goed alternatief.
Na een korte rit reden we de camperplaats op en hadden geluk dat er nog een plekje aan de goede kant van de camperplaats vrij was. We hebben Kairos geparkeerd en zijn enkele momenten blijven zitten om op ons in te laten werken dat het alternatief zo mogelijk beter is.
De schoonheid bleef niet beperkt tot het uitzicht, zo leerde ons de gereden route en een snelle scan van de omgeving.
Met de wandelschoenen aan de voeten, de fotocamera in de hand en een goed humeur in onze hoofden, gingen we na de lunch aan de wandel.
Ook hier speelde de wind een hoofdrol; op momenten was het moeilijk om stil te staan om een foto te nemen. Maar de wind hoorde er gewoon bij. Hij was niet koud, maar zorgde voor een frisse kop en de zon zorgde voor de verwarming. Kortom goed weer in een geweldig omgeving.
Na de wandeling waren we in afwachting van de zonsondergang op deze bijzondere plek. Het kan niet anders zijn dan dat we in de ere-loge zitten om dit dagelijks terugkerend natuurschijnsel te mogen aanschouwen.
We hebben de ere-loge toch maar verlaten om een nog beter zicht te hebben op de zon die deze periode van het jaar niet in zee verdwijnt, maar achter een van de voor de Franse kust gelegen Britse eilanden. Alderney in dit geval.
De volgende dag vertrokken we richting Barfleur. Naar een camping – La Blanche Nef – die ik in de voorbereiding had uitgezocht toen ons plan voor deze reis anders was.
Barfleur is een dorp behorend bij de “Mooiste Dorpen in Frankrijk”. Een mooie startplaats om op onze weg terug naar Nederland de WOII memorials te gaan bezoeken.
Over Barfleur en omgeving >>