Terug naar de westkust

Het aantal camperplaatsen en kleine campings zijn erg beperkt aan de oostkust van Istrië. Het ontbreken aan een voor ons goede keuze en toch ook de wens om van meer zon, zee en strand te kunnen genieten tijdens deze trip, besluiten we om terug te keren naar de westkust. Ook hier is de keuze voor ons beperkt. Die plekken die we uitzoeken zijn gesloten of zitten te ver van het strand af. Dus wordt het weer een dorp van een camping in Umag. De stad waar we de eerst dag van onze Kroatië reis wilden beginnen, maar die we voorbij reden vanwege het slechte weer. Niet de eerste, maar de laatste dagen in Kroatië gaan we doorbrengen in Umag.

De kortste en voor sommigen de meest voor de hand liggende route naar Umag laten wij links liggen en nemen een toeristische route. De door ons gekozen route voert ons langs de kust tot Opatija en vervolgens steken we Istrië over van oost naar west. We komen op deze manier door het nationaal natuurpark Ucka.

Langs de kust. De naam van de weg waarover we reden is de 66. Route 66 zal ik maar zeggen. Niet zo vaak beschreven en bezongen, denk ik, als die met dezelfde naam aan de andere kant van de wereld. In ieder geval minder bekend bij het grote publiek. Voor ons in ieder geval en tot de dag van vandaag de mooiste Route 66. Pittoreske dorpjes, mooie vergezichten op de eilanden Cres en Krk. Aan de horizon, aan het einde van dit deel van de Adriatische zee, de stad Rijeka die steeds dichter bij kwam. En misschien wel het belangrijkste is dat de weg goed berijdbaar is met onze 7,5 meter lang en 2,32 meter breed mobiel huis.

In Opatija is het tijd om van richting te veranderen. We zetten koers naar het westen en doen dit via een route waarvan de eerste kilometers het best omschreven kunnen worden met sluip-door-kruip-door. Of het de buitenwijken van Opatija zijn of aan elkaar gegroeide dorpjes, weet ik niet zeker. De huizen staan het eerste deel van de route dicht op de weg, de bochten zijn soms nauw en voortrazend lokaal verkeer weet schijnbaar dat we hun tegemoet komen. Anders kan ik niet begrijpen dat ze die hoge snelheden rijden op dit soort wegen. Het Italië met racende en rokende Italianen op scooters; in latere jaren vervangen door motors, is misschien wel de beste vergelijking. Maar dan zonder het typerende en door de bergwanden versterkte en echoënde geluid van de veelvuldig gebruikte claxon. Wel weer een belevenis die we zonder kleerscheuren door zijn gekomen. En zeker van genoten hebben. Een ervaring rijker!

Na de bebouwing wordt het rustiger. Minder verkeer, meer natuur en af en toe een dorpje. De weg wordt steiler. Verschillende lange stukken van 14% stijgingspercentage passeren we. Zo nu en dan rijden we een zwoegende racefietsers voorbij. Op weg naar het park Ucka.

Woest, kleurrijk en afwisselend. Enkele woorden om de schoonheid van het park te karakteriseren. En dat bij een eerste indruk. We zijn niet de enigen. De vele auto’s en de weinige mensen op de parkeerplaats geven aan dat de uitgepijlde wandelroutes veel worden belopen of de uitgezette MTB routes veel worden bereden. Zo denken we in ieder geval te mogen concluderen. We moeten nog een eind rijden en blijven daarom niet lang. Meer dan de borden met de routes bekijken, een kort stukje het bos in lopen, genieten van het zicht op Rijeka en het nuttigen van de lunch, zit er daarom niet in.

De route gaat verder met een afdaling. Ondanks een slecht wegdek en enkele steile stukken van 16% genieten we van al het moois om ons heen. De slechte weg kan niet voorkomen dat wij de pracht van dit deel van Istrië zien. Beneden aangekomen wilden we verder via Dolenja Vas, maar deze weg is verboden voor campers. Het alternatief is om onze weg te vervolgen via Boljunsko Polje en Paz. Vervolgens rijden we door Cerovlje, Pazin, Beram en Skropeti. Net buiten Karojba slaan we rechtsaf richting Motovun. Dit dorpje staat in vele reisgidsen bekend als het mooiste dorp van het binnenland van Istrië. Nu we het dorp gezien hebben, weten we waarom.

Na Motovun slaan we linksaf, de 44 op. Verderop bij Ponte Porton wordt dit de 301 en rijden we door het dal van de Mirna. Idyllisch en romantisch waren de eerste woorden die de beelden van dit dal bij mij opriepen. Wat een genot!

Na al dat moois eindigen we deze trip iets ten zuiden van Umag op Camping Park Umag. Het zoveelste kampeer dorp aan de westkust. We wisten we enkele kilometers dat we hierheen gingen, en waren we mentaal voorbereid. Het ligt aan de zee, dus kunnen we zwemmen en met de fiets naar Umag of de ander kant op richting Novigrad. Kortom we kunnen kiezen, toch?
Onze teleurstelling wordt groter wanneer we te horen krijgen dat we slechts één nacht kunnen blijven staan, omdat de camping gaat sluiten.

Nadat we Kairos hebben neergezet op een aardig plekje, snel de zwemkleding aan om een verfrissende duik te nemen in het koele water van de Adriatische zee. En daarna genieten van de ondergaande zon. De zon die we voor het eerst in de Adriatische zee zien zakken.

Niet lang getreurd, maar in gedachte houdend dat we dit camping-dorp na een nacht moeten verlaten, geeft ons frisse moed om een alternatief te zoeken: “waarheen morgen?” >>

Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties