De tweede reisdag tijdens onze eerste reis, op weg naar de derde camping. Op het moment dat we Wapse achter ons laten weten we nog niet wat het reisdoel is. Het aanbod van campings en camperplaatsen is groot, zo groot dat we moeite hebben om te kiezen.
Nadat we enkele campings hebben bekeken nemen we het besluit om nabij Uffelte te gaan staan. Camping De Blauwe Haan is onze volgende overnachtingsadres. Een mooie en momenteel rustige familiecamping direct gelegen aan het Holtingerveld. Een mooie uitvalsbasis voor een paar dagen fietsen en wandelen. Daarover de komende dagen meer.

Vandaag doen we niet veel. Een wandeling langs het wandelbeleefpad turfvaartje is alles voor vandaag. Maar deze korte wandeling zorgt voor een drang om meer van de omgeving te zien. En dat gaan we de komende dagen beleven.
Voor vandaag had ik een leuk en kort verhaal bewaard. Een verhaal over het gesprek dat we hadden met Betty, de eigenaresse van De Braamberg, onze eerste verblijfplaats tijdens deze reis.
Op haar fiets maakt Betty elke morgen een rondje langs alle gasten op het campingveld en begroet hen of maakt een kort praatje. Betty is een getrouwde moeder van middelbare leeftijd en een bezige bij. Op de website van de camping valt te lezen dat je je altijd moet melden bij Betty – ‘ze rijdt op de trekker rond’ of ‘ze is bij de schapen’.
Vrij snel tijdens ons gesprek vertelt ze dat ze gisteren, de dag van onze aankomst, ons had zien rijden. Ze wist onze camper te beschrijven toen we haar belden. Ze was onderweg naar haar schapen en was ons tegengekomen.
Betty heeft een kudde van 240 Maasduinenschapen. “Een ras dat niet geschoren hoeft te worden” legt ze uit, wijzend naar een onverzorgd uitziend schaap in een wei grenzend aan het campingveld. Een Maasduinenschaap laat zijn wol vallen op het moment dat hij het nodig vindt. Het ene jaar ruit het schaap in februari, een ander jaar in maart of april. En het is een schaap dat zonder hulp kan lammeren, puur natuur. Dit in tegenstelling tot de vleesschapen. De lammeren van dit ras zijn zo groot, dat een zelfstandige bevalling vrijwel onmogelijk is, aldus een begeesterde Betty.
Nee, haar schapen zijn onderhoudsvrij, staan dichtbij de natuur. Ze moet zorgen dat de schapen voldoende drinkwater hebben en geregeld de schapen naar andere graasgronden drijven. Als schapen elders beter gras ruiken of zien, dan is het spreekwoordelijke hek letterlijk van de dam en breken ze uit. Hiertegen kun je weinig anders doen dan de schade te beperken.
Tot slot komt de weersverwachting ter sprake. Betty vertelt dat ze blij zal zijn wanneer de regen komt. “De grond is zó droog en de oogst is nog niet van het land. Als de droogte langer aanhoudt,” zo gaat ze verder, “zal ik noodgedwongen een schaap moeten verkopen.”
Een heel ander leven en vorm van bestaan. Uit oude verhalen ken ik de ruilhandel. Maar dat dit vandaag de dag nog steeds bestaat zou nooit bij me opgekomen zijn. Blijkbaar is je verdiensten beleggen in levende have vandaag de dag voor sommige mensen nog steeds een beter alternatief dan je geld aan een bank toevertrouwen.
Met dit inzicht sluit ik de dag af. We hebben nog even geen idee wat de dag van morgen ons zal brengen >>